Uitwendige parasieten

Vlooien.

Vlooien zijn hardnekkig. Als u enkele vlooien op uw hond ziet, zitten er al gauw 100 in huis (eitjes, larven, poppen). Wees een vlooienplaag voor en bestrijd vlooien preventief! Bestrijding is belangrijk om de volgende redenen:

Vlooien veroorzaken jeuk.

Vlooien zuigen het bloed van uw pup / volwassen hond op.  Een ernstige besmetting bij jonge pups kan leiden tot bloedarmoede.

Vlooien kunnen een allergische reactie veroorzaken. De hond reageert hierop met een uitgebreide huidontsteking die erg jeukt.

Vlooien kunnen met wormeieren besmet zijn. Wanneer de hond de vlo oplikt, wordt de hond besmet met deze wormeieren.

Om te controleren of uw huisdier vlooien heeft kunt u kijken of er in de vacht of in de kam kleine zwarte korreltjes zitten. Wanneer u deze korreltjes op een witte ondergrond legt en ze nat maakt, geven ze (roest) rood af. Deze kleine korreltjes zijn de zogenoemde ‘vlooienpoepjes’ welke voornamelijk uit het bloed van de hond of kat bestaan. In de zomer is de infectiedruk het hoogst, maar vlooien komen het gehele jaar voor, dus het is noodzakelijk de hond jaarrond door te behandelen. Naast een goede bestrijding is een goede hygiëne van groot belang. Verschillende vlooienbestrijdingsmiddelen en informatie daarover zijn verkrijgbaar in onze praktijk.

Teken.

Dit zijn insecten die zich vanuit struikgewas of hoog gras op de hond laten vallen. Ze graven hun kop in de huid van de hond om bloed te zuigen. Teken kunnen ziekten overdragen, zoals  de Ziekte van Lyme. In Nederland is ongeveer 20% van de teken besmet met de ziekte van Lyme. Deze vormen dus een aanzienlijk risico voor mens én dier. Het is mogelijk om uw hond te laten vaccineren tegen de ziekte van Lyme.

De laatste jaren zijn in Nederland ook enkele gevallen van Babesiose aangetroffen. Maar vooral in het buitenland (Zuid-Europa) komt het voor dat teken parasieten die gevaarlijk zijn voor uw hond kunnen overbrengen. Een goede tekenband en een enting tegen Babesiose kunnen dit voorkomen.

Teken komen bijna het gehele jaar voor in Nederland, alleen in strenge winters minder. U kunt uw hond behandelen met een combinatiemiddel (pipet of tablet) wat ook de vlooien aanpakt. Ook zijn er halsbanden verkrijgbaar die uw hond minimaal een halfjaar beschermen. Neemt u uw hond mee naar het buitenland (richting het zuiden) dan is een goede tekenbescherming extra belangrijk. Informeer in onze praktijk naar de beste oplossing voor uw hond.

Teken kunt u zelf verwijderen met een tekentang. Met dit tangetje maakt u een draaiende (!) beweging (niet trekken). De teek wordt er dan uitgedraaid. Een misverstand is om de teek eerst te verdoven met bijvoorbeeld ether, alcohol of benzine. Hierdoor komen de ziektekiemen juist in de hond terecht. Niet doen dus!

Mijten.

Mijten zijn microscopisch kleine spinachtige beestjes. De ziekte die ze veroorzaken heet schurft. De verschillende mijten die hier voorkomen zijn de sarcoptesmijt, de demodexmijt (jeugdschurft), de cheyletiellamijt en de oormijt. Mijtinfecties kunnen voorkomen in de huid of in de oren van de hond. De dierenarts kan met behulp van een preparaat onder de microscoop de diagnose stellen. Vervolgens wordt een passende behandeling voorgeschreven.

Sarcoptesmijten boren tunnels in de huid en leggen daarin hun eitjes. De symptomen zijn enorme jeuk en haaruitval. De aanwezigheid van deze mijt kan aangetoond worden door middel van huidafkrabsels. De therapie omvat een wasbehandeling met een door de dierenarts voorgeschreven insecticide en/of een behandeling met Stronghold druppels. Deze mijt kan ook op de mens goed gedijen.

Demodexmijten leven in de haarfollikels van de jonge hond (tot ongeveer 1 jaar). Besmetting vindt plaats via de moederhond tijdens de zoogperiode. Kenmerken van jeugdschurft zijn kleine kale plekjes aan kop, snuit, voorpoten of rond de ogen. De hond heeft weinig tot geen jeuk. Therapie: wassen met een insecticide. Of druppelen mee een speciaal preparaat tussen de schouderbladen.

Cheyletiellosis wordt veroorzaakt door een in de opperhuid levende schurftmijt. De aandoening is uiterst besmettelijk. Symptomen: soms wel en soms geen jeuk, veel los haar, veel huidschilfers. De diagnose kan door middel van een microscopisch preparaat van een huidafkrabsel worden gesteld. Te behandelen met antiparasitica. Ook alle andere zoogdieren in huis dienen behandeld te worden. Besmetting met Cheyletiellosis kan door de hond overgedragen worden op de mens.

Oormijt komt voor in de uitwendige gehoorgang van de hond. Vooral jonge dieren zijn hier gevoelig voor. De oren zijn vaak gevuld met donkere korrelige oorsmeer en geven veel jeuk. De diagnose stelt de dierenarts door middel van otoscopie. Oormijt kan goed behandeld worden met Stronghold druppels.

Luizen.

Luizen zijn met het blote oog waarneembare parasieten. Ze zitten op warme, dichtbehaarde plekken zoals de oorbasis, de hals en de staart. Een hond met luizen heeft heftige jeuk, en vaak een ruikende en slecht verzorgde vacht. Er zijn bloedzuigende luizen (deze kunnen bij grote aantallen bloedarmoede veroorzaken) en luizen die leven van huidschilfers. Therapie: dikke vacht scheren en behandelen met een vlooienmiddel.