Waarom is ontwormen belangrijk

Wormen zijn parasieten die in de darmen van de kat leven en hem ernstig ziek kunnen maken. De klachten variëren van steeds terugkerende diarree tot een algemeen slechte conditie. Katten kunnen met wormen besmet worden door vlooien en luizen, andere katten, via de bodem of het eten van besmet voedsel (met name prooidieren). De belangrijkste wormen zijn rondwormen (spoelwormen, haakwormen, longwormen en hartwormen) en lintwormen.

Spoelwormen

Spoelwormen zijn witte tot roodgele, ronde wormen met een lengte van 5-18cm. Ze leven vrij in de dunne darm en voeden zich met het daar aanwezige voedsel. Hun eieren komen met de ontlasting naar buiten en worden door dezelfde of een andere kat (door zich te wassen of van de grond) opgenomen. De larven trekken vanuit de darmen via de lever naar de longen. Via de longaders belanden ze in het hart en met de grote bloedsomloop worden ze zo over allerlei organen verspreid (spieren, nieren, hersenen, lever en longen). Daar kapselen ze zich in en kunnen maandenlang in leven blijven.

Een zware spoelwormbesmetting kan voor jonge katten dodelijk zijn. Als een massa wormen de darm verstopt kan deze scheuren. Bij verstopping van het galkanaal kan geelzucht ontstaan. Rondtrekkende larven kwetsen lever en longen, en kunnen in de hersenen allerlei zenuwstoornissen veroorzaken.

Ook mensen (en vooral kinderen) kunnen een spoelwormbesmetting oplopen. De symptomen zijn:

        - astma-achtige klachten.

        - pijnlijke spieren (zoals bij een griep).

        - in een enkel geval: ernstige oogafwijkingen.

Reden te meer om uw kat goed tegen spoelwormen te behandelen.

Haakwormen

Dit zijn kleine, met het blote oog nauwelijks waarneembare wormen die leven in de dunne darm. Met de snijdende haakjes rond hun mondopening maken ze insnijdingen en wondjes in het slijmvlies van de darm. Op deze manier zuigen ze bloed op. Een ernstige besmetting heeft bloedarmoede en een bloederige diarree tot gevolg.

Longwormen

Dit zijn kleine wormen tot 1cm lang die vooral overgebracht worden door prooidieren. Vanuit de darm bereiken ze al snel de longen waar ze volwassen worden en na 4-6 weken eitjes leggen. De larven die uit deze eitjes komen worden opgehoest en weer doorgeslikt waarna ze via het maag-darmkanaal uitgescheiden worden en een nieuwe tussengastheer (bv. muis) opzoeken.

Een ernstige besmetting kan klachten geven als een droge hoest, ademhalingsproblemen, koorts, vermagering. Ontwormen is dan niet meer zonder risico: het longweefsel kan beschadigd worden.

Hartworm

Deze ziekte komt vooral in Zuid- en Midden Europa voor en in andere werelddelen voor. Het wordt overgebracht door muggen. Bij zware infecties kunnen hart- en longproblemen optreden met de dood tot gevolg. Uw kat loopt vooral risico als u het dier meeneemt naar het buitenland, in dat geval kunt u bij ons informeren naar de juiste voorzorgsmaatregelen.

Lintworm

De volwassen lintworm leeft in de darmen van de kat en houdt zich met zijn kop aan de darmwand vast. Hij leeft van het voedsel in de darmen van de kat. Het lichaam van de lintworm bestaat uit kleine stukjes (segmenten) die de kat samen met de ontlasting verlaten. Iedere rijpe schakel zit volgepropt met duizenden eieren. Deze stukjes lintworm zijn vaak als ‘rijstekorrels’ te zien bij de anus van de kat.

Vlooienlarven voeden zich met deze eitjes. In de vlo groeit het ei uit tot een blaaswormpje. Als een kat zo’n besmette vlo opeet, loopt hij een lintwormbesmetting op. Ook via prooidieren kan de kat besmet worden met lintworm. Over het algemeen zal uw kat niet ziek zijn van een lintworminfectie.

Ontwormen

Wormenbestrijding moet al op jonge leeftijd gebeuren. Via de moedermelk krijgen de kittens de wormeitjes namelijk al binnen. Ontwormen moet op de leeftijd van

3, 5 en 7 weken, daarna elke maand tot het kitten 6 maanden oud is.

Vervolgens dient de kat 4 tot 6 keer per jaar ontwormd te worden, omdat een wormbesmetting steeds opnieuw kan plaatsvinden.

Ontwormen kan door middel van een tabletje of een pipetje wat op de huid gedruppeld wordt.