Beweging

De invloed van beweging van de jonge hond op het ontstaan van gewrichtsproblemen is vooral bij de grote hondenrassen van belang. Deze honden groeien namelijk meer én sneller dan de kleine rassen. Hierdoor kunnen gemakkelijk groeistoornissen in het beendergestel ontstaan. Dus jonge honden die een volwassen gewicht van meer dan 20kg krijgen, mogen zeker in het eerste levensjaar hun beendergestel niet overbelasten. Behalve beweging, zijn ook erfelijke aanleg en voeding van invloed op het optreden van groeistoornissen.

Waarom heeft beweging invloed op het ontstaan van gewrichtsproblemen?

Bij de geboorte zijn de beenderen van een pup nog maar gedeeltelijk verkalkt en de spieren nog niet ontwikkeld. Bovendien neemt tijdens de groei van de pup de spiermassa toe ten koste van de botmassa en de ingewanden.

Bij de grote hondenrassen is het verkalkingproces van het skelet pas op 2-jarige leeftijd voltooid! Tot die tijd zijn de botten dus nog niet volledig verhard. Doordat de spieren van een pup nog ongetraind zijn, zijn ze nog niet zo sterk en raken ze sneller vermoeid. Hierdoor kunnen gewrichten verkeerd belast worden. Wat betekent dit? Gewrichten zorgen ervoor dat botdelen ten opzichte van elkaar kunnen bewegen (heupen, ellebogen, knieën, schouders…). De uiteindelijke vorm van die gewrichten ontstaat onder invloed van de krachten die hier tijdens de groei op inwerken. Als gewrichten verkeerd of te veel belast worden kunnen ze een afwijkende vorm krijgen en/of treedt in de gewrichten vroegtijdige slijtage op (artrose, spondylose…). Dit veroorzaakt veel pijn.

Hoe kun je gewrichtsproblemen voorkomen?

Train de spieren van de ledematen door in een rechte lijn stevig door te lopen. Maak een paar keer per dag een kleine wandeling, bijvoorbeeld 4 tot 6 keer ongeveer 10 tot 20 minuten.

Het is belangrijk de hoeveelheid beweging op te bouwen, bijvoorbeeld elke maand 5 minuten langer lopen (voorbeeld: als de pup 6 maand oud is, mag hij/zij 6 x 5 minuten = 30 min. lopen. Dit is een richtlijn, afhankelijk van het ras).

Afgeraden worden:

1. Extreme draaibewegingen (die gewrichten bij het lopen op zacht zand of bij het spelen op een gladde vloer kunnen maken).
2. Van of over grote hoogten springen.
3. Hele afstanden fietsen met de hond als hij jonger is dan 12 tot 14 maanden leeftijd, aanleren naast de fiets te lopen mag wel.
4. Lange wandelingen (die tot vermoeide spieren leiden).

De gewrichtskapsels en –banden, de peesscheden, de slijmbeurzen, de menisci en het kraakbeen (= de bekleding) van de gewrichtsvlakken kunnen hierdoor gemakkelijk overbelast worden. Het gevolg hiervan zijn ontstekingen en beschadigingen in het gewricht die op hun beurt weer slijtage veroorzaken.

Ook de nekspieren van een pup zijn niet stevig. Enkele aandachtspunten in dit verband zijn:

1. Een ruk met een smalle slipketting kan de onderste halswervels verplaatsen. Dit veroorzaakt een pijn die van de nek naar de voorpoten uitstraalt.
2. Laat de pup (zoals bij gehoorzaamheidstrainingen gebeurt) niet van één kant naar de baas opkijken. Dan raken namelijk de nekspieren aan die ene kant overtraind en kunnen de bovenste halswervels verplaatsen. Laat de hond afwisselend naar rechts en naar links naar de baas omhoog kijken.
3. Doe geen trekspelletjes waarbij u de kop van de pup wild heen en weer schudt.
4. Begin niet te vroeg met pakwerk. Deze sport vergt veel van de eerste halswervel.

Pas op 2-jarige leeftijd zijn beide bekkenhelften samengegroeid. Duw bij de zitoefening dus op beide bekkenhelften tegelijk. Als u alleen op de linker- of rechterhelft drukt kunnen de bekkenhelften ten opzichte van elkaar verschuiven.