Een dier kan zijn hele leven blijven leren en zich aanpassen aan veranderende omstandigheden. Toch zijn er in het leven van een hond ee aantal kritische fasen, waarin de hond meer open staat voor ervaringen en leerprocessen. Is een dergelijk kritische fase voorbij, dan is ook het ideale leermoment voorbij. Het gedrag van de hond zal na deze fase veel moeilijker te beïnvloeden zijn.
De verschillende levensfasen van pup tot volwassen hond vallen uiteen in 3 kritische periodes. Als eerste de inprentingsperiode, waarin de hond leert tot welke soort hij behoort. Dan komt de 1e socialisatiefase, waarin de hond leert hoe hij zich moet gedragen in de omgang met soortgenoten en hoe hij ‘in de wereld moet staan’. Daarna komt de hond in de 2e socialisatiefase, ook wel de angstfase genoemd. In deze fase moeten alle positieve ervaringen die hij tijdens de eerste socialisatiefase heeft opgedaan herhaald worden om te voorkomen dat hij desocialiseert en alsnog angstig gedrag gaat vertonen.
De inprentingperiode valt uiteen in 2 fasen, namelijk:
De neonatale fase (0-14 dagen): De eerste 2 weken van zijn leven ligt de pup met zijn nestgenoten bij de moeder. Aangezien de pup nu nog niet in staat zijn lichaamstemperatuur op peil te houden, blijft hij op deze manier lekker warm. De oren en ogen van de pup zijn nog dicht, alleen zijn tastzin is enigszins ontwikkeld. Dit stelt hem in staat de tepels van de moeder te vinden. Het diertje doet in deze periode dan ook niet veel anders dan slapen en melk drinken.
De overgangsfase (15-21 dagen): In de derde levensweek van de pup vindt er een belangrijke verandering plaats. Oren en ogen gaan open en beginnen geleidelijk aan te functioneren. Het hondje begint te lopen, te kwispelen en gaat op onderzoek uit in zijn omgeving. Ook zal hij nu voor het eerst zelfstandig en buiten het nest gaan plassen en poepen.
De inprenting is nu voltooid. De pupjes hebben 3 weken lang niets anders gevoeld, geroken, gezien of gehoord dan hun moeder en hun nestgenootjes. Ze weten tot welke soort ze behoren. Het is van groot belang dat de hondjes in deze periode regelmatig in de hand genomen en gestreeld worden. Op deze manier leren ze ook mensen als soortgenoten te beschouwen en zullen ze zich bij de toekomstige eigenaar sociaal gedragen.
Als u een pup aanschaft zal hij zich meestal in de 1e socialisatiefase bevinden. Dit is de ideale periode om hem te laten kennismaken met de gecompliceerde wereld waarin hij zich de rest van zijn leven staande zal moeten houden. De vluchtneiging is op deze leeftijd gering, de pup is buitengewoon nieuwsgierig en ondernemend. Wen de pup in deze periode aan alle dingen die hij later als gewoon zal moeten ervaren. Zorg er daarbij wel voor dat alle nieuwe ervaringen (prikkels) door het hondje als positief worden ervaren. Dagelijks een portie nieuwe, positieve prikkels heeft tot gevolg dat de hond op latere leeftijd minder snel opgewonden raakt, en evenwichtiger en onderzoekender zal zijn.
Wat moet een pup allemaal meemaken?
Wat kunt u beter WEL doen:
Puppyklasjes zijn een ideale omgeving om uw pup onder begeleiding te socialiseren en de eerste gehoorzaamheidscommando’s te leren. Bovendien krijgt u adviezen over de opvoeding van de pup en kunt u er terecht met vragen.
Wat kunt u beter NIET doen:
Spelen met andere honden
Spelen is voor de ontwikkeling van jonge honden van groot belang. In spel oefenen en ontwikkelen zij hun sociale en motorische vaardigheden. Ze leren hoe ze hun soortgenoten met bepaalde gedragingen kunnen beïnvloeden. Zo wordt de basis gelegd voor rangordebepaling. De hondjes stellen zich, afhankelijk van hun speelkameraadje, dominant of onderdanig op (respectievelijk ranghoger of ranglager).
Tips:
In de angstfase vertoont de hond ontwijkend gedrag en is hij extra gevoelig voor traumatische ervaringen. Om de hond op een verantwoorde manier door deze kritieke periode heen te loodsen moet de eigenaar hem opnieuw alle positieve ervaringen uit de socialisatiefase laten beleven (Zie ook hierboven bij de genoemde punten onder het kopje ‘Wat moet een pup allemaal meemaken?’). Zo voorkom je dat de hond een terugval krijgt en alsnog angstig en ontwijkend gedrag gaat vertonen.
Tussen de 6e en de 9e levensmaand worden honden seksueel volwassen. In deze periode zal het ontwijkgedrag weer minder worden. Kenmerkend voor deze fase is dat de hond commando’s die hij voorheen perfect kende en opvolgde plotseling vergeten lijkt te zijn. Hij reageert niet als hij geroepen wordt, kijkt je niet-begrijpend aan als hij naar zijn plaats gestuurd wordt en heeft nog nooit van zitten op commando gehoord. Ook de looplijn lijkt ineens te kort te zijn. De hond zoekt door middel van ongehoorzaam gedrag zijn grenzen op binnen het gezin. Hoever kan hij gaan, krijgt hij misschien meer voor elkaar dan eigenlijk mag? Om ervoor te zorgen dat de hond niet in zijn snode plannen slaagt, is het belangrijk extra tijd aan zijn training te besteden, alle reeds bekende commando’s te blijven herhalen, en erop toe te zien dat hij deze commando’s correct en vlot uitvoert. Wees dus consequent! Een puberende hond wil namelijk ook nog wel eens proberen om met een halfslachtige uitvoering weg te komen. Zo zal hij in plaats van te gaan zitten even half door zijn achterpoten zakken. Let goed op dat dit niet gebeurt. Het is erg belangrijk dat de baas de hond wel telkens beloont als hij het gewenste gedrag vertoont.
Samenvattend: tijdens de socialisatie- en angstfase moet de hond zoveel mogelijk positieve ervaringen opdoen. Voor een optimaal resultaat dienen prikkels (ervaringen) minimaal 5 keer aangeboden te worden. Pas dan treedt er gewenning op. Let er wel op dat de pup niet te veel indrukken ineens te verwerken krijgt, anders kan hij ‘overwerkt’ raken. Zorg voor een vaste routine van rust, eten, uitlaten enz.
Heeft u een vraag, opmerking of wilt u gewoon even kennismaken? Neem gerust contact met ons op. Of het nu gaat om het plannen van een afspraak, het verkrijgen van advies voor de verzorging van uw huisdier of om meer te weten te komen over onze diensten, wij staan altijd voor u klaar.