Zindelijkheidstraining

Een pup zou in principe op de leeftijd van 6 maanden zindelijk moeten zijn, maar het moment waarop ze het worden is onder andere rasafhankelijk. Hieronder volgen enkele tips om een pup snel zindelijk te maken.

-Altijd na het slapen, eten of spelen buiten zetten.

-De pup ’s nachts en gedurende de periodes overdag dat er geen tijd is om op te letten in een bench of kamerkenneltje zetten.

 -Na 21:00 uur de pup geen water meer laten drinken; bij extreme warmte en/of opwinding wel wat vocht geven.

-Bij het begin van de zindelijkheidstraining de pup zoveel mogelijk op dezelfde plek buiten neerzetten.

-Als de pup buiten zijn behoefte doet, hem belonen met voer, aaien en/of een vriendelijke stem.

-Het belonen moet gebeuren zodra de hond door zijn achterpoten hurkt; niet als hij klaar is met zich ontlasten, want dan beloont u het verkeerde gedrag.

-Als u met de pup buiten bent, moet u zoveel mogelijk stilstaan; door te gaan lopen wil de pup mee en zal hij minder snel ontspannen.

-Nooit boos worden als het binnen fout gaat. De pup zal het niet begrijpen en in het ergste geval denken dat hij helemaal niet mag plassen of poepen. Omdat dit natuurlijk onmogelijk is, zal de pup in zijn angst een geheim plekje zoeken om daar zijn behoefte te doen.

BELANGRIJK: De eigenaar geeft aan wanneer de hond naar buiten gaat, en niet andersom!

Om de pup voldoende gelegenheid te geven om zijn behoefte te doen, zou u hem in het begin elke 2 uur even uit kunnen laten en de tussenpozen geleidelijk aan kunnen verlengen. Zo kunt u de pup ook 's nachts om een uur of 3 even uitlaten en deze uitlaatbeurt steeds verder naar de ochtend verschuiven.